Categorie archief: Portugal 2019

Fietsreis met Kees door Zuid Portugal

Dag 7, 8 – Peddelen naar Setúbal en man bijt hond

Hè hè, de wind is gaan liggen. Stuk minder dan gisteren. De weg naar Setúbal is eenvoudig: rechtdoor naar het noorden. Lekker peddelen richting Setúbal (dus niet: Sétubal..). We komen door het natuurreservaat met drooggevallen kwelders en krakkemikkige steigers:

Het schiereiland affietsend komen we aan bij de veerpont die zo’n beetje op ons leek te hebben gewacht want onze achterwielen waren nog niet over de drempel (zal voor een boot wel een andere term voor zijn) of we vertrokken. Een Den-Helder – Texel-tochtje later staan we in Setúbal.
Met ons neus in de bankjesboter: prachtig plekje om broodje vis uit een blikje te eten met uitzicht op de haven. ‘s Avonds een Indiase curry gevonden. Zó lekker!
De volgende dag was er nog steeds geen wind. K. had een kortere route gevonden naar Lissabon. Ik wilde aanvankelijk de ‘lange” nemen, maar zag dat grote gedeeltes onverhard waren. Geen zin in. We hebben dus samen de ‘korte’ gedaan, totaal zo’n 45km met 710 hoogtemeters, dat weer wel.
We hadden een appartement besteld via Booking.com voor twee nachten in Lissabon. Er ontstond verwarring over de mail ivm onze fietsen, het aantal gasten dat max 7 is, matrassen op de grond, noem maar op, ik snapte er helemaal niks meer van. Proberen te cancellen. Lukte ook niet, of toch wel? Ook dat snapte ik niet.. Uiteindelijk maar gewoon gegaan (onze gastvrouw snapte het ook niet maar: ‘Zie maar of je komt of niet’, of zoiets). We zijn gegaan na een leuk boottochtje over de Taag van Setúbal naar Lissabon (de 25 Abril brug, een spectaculaire hangbrug was niet befietsbaar – bleek – ondanks de foto’s die K van blije fietsende mensen op die brug op zijn mobiel toverde). Dat was jammer, want het was een redelijke klim..
Naar beneden maar weer en de pont opgezocht. In Lissabon meteen op de pedalen want de stad is op heuvels gebouwd en dat bleef niet onopgemerkt. We werden bij ons apt. uiteindelijk opgewacht door Barbara, een vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd. Het appartement. was 4 hoog met prachtig uitzicht:
Maar steile trappen. Geen kans de fietsen beneden te stallen. Boven was ook niet te doen. Barbara belde een oude vriend en gaf ons zijn adres. We fietsten erheen, zij ging met de auto. We mochten onze fietsen in het huis van Barbara’s vriend op de bgg stallen. Toen we daar aankwamen, kwam hij aanlopen – hij zat koffie te drinken met vrienden – en maakte de deur open, na wat duw- en trekwerk want het liep allemaal niet meer soepeltjes. K gaf er nog een schop tegen en de deur floepte open, de oude baas knipperde even met z’n ogen..
De zure lucht kwam ons tegemoet. Een ongelooflijke tyfusbende binnen. Man bijt hond! dacht ik. Eerst meende ik dat het een verlaten appartement of een opslag was of zo. Nee, hij woonde er! Maar goed, Leonardo, zo heette hij, was zo vriendelijk om ook nog ‘s twee van die grote fietsen in zijn huis te stallen; het was toch al vol, moet ie gedacht hebben. Maar uiterst vriendelijk! Barbara, onze gastvrouw, bracht ons weer terug naar het appartement met de auto. Zo veel service!
Plan voor morgen: a) fietsen bij Leonardo ophalen, b) fietsen naar de Bikestore, 7km verderop, waar ze dozen voor ons hebben geregeld, c) fietsen inpakken, d) met een busje (gaat Barbara regelen) fietsen naar luchthaven brengen, e) fietsdozen in de storage zetten op de luchthaven, f) met de metro weer terug naar het apt. Je kan het er maar druk mee hebben..  Zondag weer met de metro naar de luchthaven en dan naar huis.

Dag 6 – Noorderwind tegen naar Melides

13 dec 2019: De dag na ‘the meaningful Brexit vote’. Vandaag weer een stemming: of er harde Brexit moet komen of niet. We begonnen met kopje koffie. Het hotel serveerde geen ontbijt, dus maar met koffiemaag op stap. Buiten stond een vreselijk koude en harde noordenwind. Het moet maar.. Ik had m’n wasje vannacht over het balkon gehangen, maar dat was natuurlijk op straat gevallen:

We hadden een route over de verharde weg gekozen, althans, dat dachten we. Na een uurtje al moesten we de route verleggen, wat een goed moment was om te ontbijten op een beschut plekje. Het raadsel van de kaas was ook meteen opgelost: bleek nog in K’s tas te zitten! Hij was eigenlijk nog best goed (de kaas).

In Sines fietsten we de industrie, vechtend tegen de wind, tegemoet. Een dikke vette kolencentrale, LNG-terminal, containerterminals. K kneep plotseling in zijn remmen: we konden met een soort publieke lift naar het centrum van de stad dat zich bovenaan een heuvel bevond.

Daar moest een kopje op gedronken worden, met iets te eten. K een café Americano met een soort grote croissant met hagelslag, ik een cappuccino met een koekerig ding met vla, samen voor Eur 3,80. We hadden het idee dat de wind iets minder werd.

Aan fietsers wordt in Portugal enigszins gedacht: soms strepen op de weg met een fietsje erop, soms een goed fietspad. Het lukt niet altíjd helemaal:

We ploegden door naar Melides waar we een huuske hadden gevonden op internet. We werden welkom geheten door een Portugese heer die refereerde aan zijn vrouw die Frans sprak en later kwam. Hij had veel gereisd maar sprak geen woord over de grens. Later kwam zijn vrouw, Beatrice, tezamen met koffie, melk en mandarijnen uit eigen tuin.

Er lag een zwembad in de tuin dat we maar even lieten voor wat het was.. ‘s Avonds in écht Portugees restaurant in Melides gegeten, inclusief tegeltjes (Azulos) aan de muur. De wind was gaan liggen. Morgen naar Setúbal, hopen dat de wind blijft liggen.

Het ‘no deal’-scenario was weggestemd. Die wind ging nog lang niet liggen..

Dag 5 – Naar Vila Nova de Milfontes

We hadden ons voorgenomen: minder onverhard. Dat gecross over die kiezels is doodvermoeiend. K. heeft een boekje met wat alternatieve routes rond onze route. ‘t Is wel een Frans boekje, dus blijven opletten.. De alternatieven gaan natuurlijk wel ergens ten koste van: zoevend asfalt betekent vaak minder mooi uitzicht en auto’s om je heen. Simpel verhard (dus geen zoevend asfalt) betekent weliswaar weinig auto’s maar minder comfortabel. En dan nog in combinaties met de ‘steilte’. Kortom, we hádden het ergens over tijdens ons prima ontbijt. Dat ontbijt was aangekondigd om om 8:30 te beginnen, maar we dachten: als we nou ‘s om 8:15 gaan ijsberen voor de deur, mogen we vast wel eerder. De ontbijtdame was heel duidelijk: ‘eightu thirtyu’!

We fietsten langs veel irrigatiekanalen. Weliswaar smal, maar vlak. Bovendien mooi en lekker rustig. Het water in de kanalen glashelder:
Verderop komen we door Odeceixe – ik weet m’n God niet hoe dat uit te spreken – een prachtig plaatsje met godsgruwelijk veel hoogteverschillen:

Met Don Quichot-molentjes net buiten het centrum:
Bij Zambujeira do Mar stuiven we richting strand. Het is tijd om wat te knagen. Noodlesoepje! Lekker zout, voedzaam en weer ‘s wat anders. Ook het recent geacquireerde kaasje maakt onderdeel van de lunch uit. Het raadsel van het eerder opgeborgen maar nooit meer teruggevonden kaasje is nog niet opgelost.. Dat komt waarschijnlijk thuis wel.
Onderweg vielen ons twee dingen op: het aantal jonge Indiase mannen in groepjes op straat. En de vele ooievaarsnesten:
Een verklaring voor de Indiase mannen hebben we niet kunnen vinden, behalve de Portugese-Indiase links: Sri Lanka, vroegere Portugese enclaves in India.De ooievaarsnesten zijn leuk. Soms zitten ze op hun nest bovenop een lantaarnpaal in het midden van een rotonde. Lekker rustig.. Het klepperen is een gekke gewaarwording, dat hoor je niet zo vaak. Bij het klepperen gooien de ooievaars hun kop in de nek, je kunt ze een gebrek aan gevoel voor drama niet ontzeggen.

Morgen de route nog maar even bekijken: of de EuroVelo 1 (maar die kent veel onverhard) of een route uit K’s boekje (maar dat is een Frans boekje..). We gaan het zien! We hebben ook altijd nog good old Google Maps.
Hier wordt geen ontbijt geserveerd, dus we kunnen vroeg op pad.

Dag 4 – Onverhard naar Aljezur

We mochten alvast in de ontbijtkamer gaan zitten om koffie te drinken had het Portugese meisje met de cirkelzaagstem gisteren gezegd. De ontbijtdame zou rond 8u arriveren zodat we met een beetje mazzel om 8:15 konden eten. De dame verscheen om 7:50. Hoera! Nog wel zingend ook. ‘My way’ in een Portugese variant meenden we te ontwaren, toen begon ze een echte fado (althans, zo klonk het) te zingen. Niet veel later kwam de bakkerd binnenlopen met zijn handen vol brood. Dit zou een mooie dag gaan worden! Het weer was dat al: mooi. Er stond echter wel een fris briesje uit het noorden, maar daar waren we op voorbereid.

De rit begon met een licht briesje door een mooi natuurpark. Geen vuiltje aan de lucht. Bij Carrapateira maakten we het lusje langs de spectaculaire kust: grote rotspartijen in zee, woeste witte branding en mooie stranden. Helaas ook een straffe wind uit het noorden: klunen!

Het vervolg leek vanaf dat punt te overzien. We hadden alleen niet gezien dat het a) onverhard was, en b) veel steiler dan gedacht. Maar goed, we zijn er natuurlijk gekomen, mét wat gezucht over het volgende onverharde stuk waar je doodmoe van wordt: afgezien vh gehobbel moet je ook een goeie ‘koers’ zoeken dus steeds op het pad turen. Ik plachtte tussendoor te zeggen: ‘we zijn nu op het hoogste punt’, waarna verderop weer een klim volgde. Ben dan ook bij K. mijn geloofwaardigheid volledig kwijt..

We eindigden bovenaan Aljezur met een idióót steil stuk waar we besloten dat níet te gaan fietsen of duwen, er zijn grenzen! Dus wat trappetjes afgehobbeld. Onbegrijpelijk dat besloten is in het verleden op dat stuk helling huizen te bouwen.

Het hotel was snel gevonden en einde middag hebben we héérlijk een biertje gedronken op het terras voor de kerk (waar anders) in het zonnetje:
..waar we de groupie-achtige toeristen gade sloegen. Vaak Duitsers, sommige Britten. Een uurtje later toen de zon onder was, werd het meteen kil. Kippetje vd grill (K. bestelde een ‘fried chicken’ maar dat was natuurlijk hélemaal fout, het moest een ‘grilled chicken’ zijn) duurde even, maar was dan ook verrukkelijk! Morgen (weer) laat ontbijt.

Dag 3 – Naar het einde van de wereld

Hotel Mar Azul – ik meen niet het enige hotel met deze naam – was simpel maar prima. Kneiterharde douche, goed bed, schoon en stil. Dat zijn eigenlijk de basiscriteria. Plus: waterkokertje met oploskoffie op de kamer! Gisterenavond kweelde er nog een straatmuzikant voor de deur, maar die hield er bijtijds mee op. Dat deed ie niet voor ons, kan me voorstellen dat het publiek hem daartoe zette.

De route ging vandaag naar Sangres. Niet zo ver, maar redelijk veel klimmen, ook op onverharde weg en dat maakt het veel zwaarder dan op asfalt.Net buiten Lagos ons ontbijtje opgegeten. Die hadden we ook in het hotel kunnen nuttigen, maar het was pas vanaf 8u open. Te laat voor ons natuurlijk. ‘s Morgens om 7u vertrokken, het was nog rustig op deze zondagochtend. Door Luz – een dorp met onbetaalbare villa’s die aan de Californische kust niet zouden misstaan – klimmen we door naar Bergau waar we allebei moesten afstappen bij hellingen van, ik schat, 15%. Duwen is niet veel beter..

Net buiten Burgau komen door een prachtig natuurgebiedje. Een afgrijselijke steile weg doemt aan het einde op met bord: 20%! We mogen we wel overheen maar dat doen we toch maar niet en kiezen voor de haarspeld van grind. Keuzes, keuzes.
We bereiken Sagres aan de kust, zo’n beetje het meest Zuidwestelijke puntje van Europa. Bij fort Fortaleza vinden we achter een muurtje een plek om te lunchen.
Aan de overkant zie we Cap St. Vincent liggen met de kenmerkende vuurtoren. We trappen erheen, eerst pal tegen de wind in. Vereist toch een bijzonder gemoed, om rustig tegen de wind in te trappen. Klein uurtje en we zijn er. Onze bekken vielen niet open, maar leuk om even gezien te hebben

Daarna terug weer klunen tegen de wind in. Gelukkig hier en daar een bocht in de weg, die nog van gravel is ook. Rond 17u komen we in ons B&B aan in het plaatsje Vila do Bispo waar we ontvangen worden door een alleraardigst Portugees meisje met een stem waar de barsten van in je zonnebrilglazen springen. Kees doet het woord. Fijn! We kunnen onze fietsen achter zetten. ‘s Avonds downtown een lekker restaurantje gevonden. Morgen kunnen we pas om 8:15 ontbijten maar hebben besloten dat dan toch maar te aanvaarden.. Daarna op naar Aljezur. Onze Windy-app laat nog steeds noordenwind zien!

Dag 2 – Ploeterend naar Lagos

Hebberig! Dat word ik bij zo’n ontbijtbuffet. Als door een magnéét word ik aangetrokken door de bakken met spek, worstjes, ei en witte bonen! Maar ik heb keurig een bakje muesli, havermout met een beetje melk genomen. Wel nog een lekker broodje met Portugese kaas en een ei erop genomen daarna. De koffies zijn heerlijk in Portugal. Ik kreeg van Kees een lijstje toegestuurd met Portugese koffiesoorten. Valt allemaal niet mee..

Meteen buiten het dorpje waar we overnachtten – Armacao de Pêra – fietsen we door echt Portugees landschap met leuke dorpjes.

De kaart laat een alternatieve route zien rond Portimão die ik voorstel. Kees gaat aarzelend akkoord, ‘dreigend’ dat ie gaat zeiken als het niks was. Het was niks.. Hij zou het me nog slechts voor een week nadragen.
Uiterst toeristisch. Grote flatbloks waar je tussendoor fietst in de schaduw. Even doorbijten en we zouden weer op de oude route zitten. Tot Kees een alternatief vond (en ík natuurlijk de kans had om te zeiken) door een soort kweldergebied. Na een brug met sluizen kwamen we bij een idyllisch dijkje waar we de spulletjes uitstalden om te lunchen.
Even later kwam een Duits ouder stel langs dat – we hadden nog niks gezegd – Duits tegen ons begon te spreken! ‘Ze’ voelen kennelijk haarfijn aan wie Duits spreekt en wie niet..
Daarna terug naar de oude route. Het pad over het dijkje werd echt smal met aan weerszijden harde bosjes waarlangs de tassen schuurden. Maar we fietsten. Tot we eindigden bij een talud met de lokale spoorlijn die gelukkig niet druk was want we moesten een stukje het spoor volgen.
We ploeteren nog wat over een lullig paadje, klauteren om een hek en hervatten onze route die vandaag eindigde in Lagos. Met ons uurtje ploeteren net 50km maar het dagdoel gehaald. ‘s Avonds Portugese Chinees gegeten. Morgen weer vroeg op richting Sagres. Ontbijten doen we onderweg wel: hotelier vertelde dat we pas om 8u terecht kunnen.

Dag 1 – Natuur en pensionado’s

Dezelfde ober als gisteravond verwelkomde ons bij het ontbijt. Ik verbaas me er altijd over wat een uren sommige mensen in de horeca maken. Geen TL-verlichting nu maar het licht van een nog laag staande zon boven de baai. Het hotel ligt op het schiereiland net onder Faro, verbonden door een brug met eenrichtingsverkeer over de baai.

Met uitzicht over het water begonnen we aan ons verrassend lekkere en complete ontbijtbuffet. Het uitzicht werd enigszins belemmerd door de met zand besmeurde ramen; er is ook geen beginnen aan, aan ramenlappen zo aan de kust. De vloer moppende dames rebbelden in het Portugees.Het is moeilijk om op stoom te komen. Spulletjes bij elkaar zoeken. Heb ik alles? Waar is mijn dit of dat? Het zit niet goed. Dit naar links, dat naar rechts. Maar goed! Na verloop van tijd zit alles er goed op. Met een fris windje tegen stappen we op de fiets over de brug. Meteen na de brug linksaf door een prachtig natuurgebied met vogels over een onverhard maar goed begaanbaar pad. Zo nu en dan knettert er een kutbrommertje langs..

Het weer wordt pur-rachtig! Na verloop van tijd onbewolkt en zo’n 20 graden. Aangenaam! We komen door Quarteira, een onafzienbaar golfresort. Ki-lo-meters met golfbanen, appartementen, maisonnettes en natuurlijk onderhoudspersoneel. Af en toe een mall-achtig winkelcentrum met een supermarktje, farmacie, kapper, real estate agent en juridisch advieskantoor want tja, er gaat natuurlijk wel ‘s wat fout bij de aankoop van een apt’je dichtbij een golfbaan wat niet zo dichtbij blijkt te zijn.
Duidelijk is dat de Algarve bezocht wordt door hordes pensionado’s die, naast in golfresorts, graag in campers bij elkaar staan. Grote terreinen vol met Hymers, Knausen en Adria’s. Een bezoekster zit lekker voor haar campertje in de zon een boekje te lezen, af en toe uitkijkend over de oceaan:
Albufeira heeft veel hotels, apartementblokken en restaurants en bars. De meeste gebouwen hebben echter een gezellig pastelkleurtje en de hoogbouw is beperkt. Wonen hoef ik er niet..
Uiteindelijk strijken we na pakweg 65 km neer in een hotel in Amacão de Pêra. Fietsen kunnen in prachtig afgesloten hok gestald worden. Kamers zijn magnifiek. Bij ondergaande zon drinken we een drankje. Wat hebben we ‘t goed..

Voorbereiding: de EV-1 van Faro naar Lissabon

Kees en ik zijn vandaag (8 maart) begonnen aan de EuroVelo 1 langs de Portugese kust. De route staat op: https://euroveloportugal.com/en/route/eurovelo1. In pakweg 9 dagen gaan we het stuk tussen Faro en Lissabon afleggen. Zondag volgende week gebruiken we weer om de fietsen transportabel te krijgen voor in het vliegtuig: een doos, bubbeltjesfolie of zoiets.

Kees mocht zich verheugen op een Namibiër die het niet vervelend vond om een praatje met ‘m aan te knopen. Na twee flesjes witte wijn ging ie echter slapen.Bij aankomst op luchthaven Faro werden we snel bediend door de ‘odd size bagage’-afdeling: onze fietsen kwamen vrijwel meteen ongeschonden binnen (stap 1). Tassen ook ietsje later (stap 2).  Toen fietsen uitpakken uit het plastic, schroeffies vastzetten, trappertjes erop, waarbij ik werd aangesproken door een Schot (zijn tongval was onmiskenbaar) die net in Portugal had gefietst en werkelijk páárs zag van de zon in zijn gezicht. Ik moest weten van dat éne weggetje net voor plaatsje zus, onder het spoor door voor weg zo, en dan links, na 200 meter enz enz. Terwijl je je fiets uitpakt en in elkaar aan het zetten bent.. Stap 3 duurde dus wat langer. Later legde hij precies hetzelfde nog eens aan Kees uit, die uiteraard rustig en geïnteresseerd luisterde.

Goed, allebei fietsjes klaargemaakt. Inmiddels was het gaan hozen! Ongezellig, meteen maar regenbroek en overschoenen (ik heb alleen sandalen mee) aan en in het donker met zeikende regen het hotel opgezocht dat niet ver en snel gevonden was.
Het met TL-verlichting opgeleukte restaurant met bloedserieus maar vriendelijk Portugees personeel maakte veel goed. Salades Autum (Portugezen lijken de Spanjaarden dwars te willen liggen door Spaanse woorden die op een -n eindigen consequent met een -m te laten eindigen) en een glaassie rood hielpen ook erg.