Laatste blog (tenminste, van deze reis)
8 dec 2019: Het ontbijt was zéér uitgebreid en werd geserveerd op het terras met uitzicht op Salvador.
Er werd op straat verderop ook flink door de politie (welke dan ook. Deze heette PETO) gesurveilleerd. Goed bewapend, tot en met een automatisch geweer. Zo’n schattig kustplaatsje is het kennelijk niet altijd..
Gek genoeg regende het vanmorgen. De zon piepte ook een beetje door de wolken heen, dus het was wat halfbakken. Maar het deerde allemaal niet. Ik had de zondag heel voldaan, misschien wel gelukzalig rondgehangen in Vera Cruz. Het is een klein stadje, dus na wat straatjes doorgelopen te hebben had ik het meeste wel gezien. Het was warm, ook te warm voor het strand (bovendien ben ik niet zo’n strandhanger). 
Af en toe gezeten op een terrasje, beetje rondgekeken, mensen geobserveerd, in m’n hangmat gelezen, op mijn mobiel gehangen, aan m’n snor gefrummeld..
Ik had even geïnformeerd of ik ook vanuit hier het pendelbootje naar Salvador kon nemen. Dat kon, maar niet met fiets. Dan is dat ook weer duidelijk. Dat werd morgen de volle 7km naar Bom Despacho fietsen.
9 dec 2019: Laatste fietsdag! Hoewel,’fietsdag’, het was 7km naar Bom Despacho. ’s Morgens raakte ik aan de praat (in het Engels! Ze was Braziliaanse) met de vrouw die vaste bezoeker van het hotel-restaurant leek. Ze vroeg waar ik vandaan kwam enz. Ze had een stevige baby op haar arm. De hotelier, die naast een Française zat waarvan ik dacht dat het zijn vrouw was, kwam er ook bijstaan en pakte de baby over. Ik dacht dat de Braziliaanse vrouw zijn dochter uit een eerder huwelijk was. Ik vroeg hem of het zijn kleinzoon was. Oeps, het was zijn zoon. Daarentegen lag de vergissing voor de hand want zij was veel jonger dan hij, Louis, die zo’n beetje van mijn leeftijd was (dacht ik). Ik voelde dan ook geen behoefte me te verontschuldigen, hij had het waarschijnlijk meer meegemaakt. De Française waar hij naast zat was zijn moeder (dát zou pas gênant zijn geweest als ik gevraagd zou hebben of zij zijn vrouw was!)
We raakten wat aan de praat. Hij was 20 jaar terug hierheen gekomen. Hij was zat van Frankrijk en de Fransen (een soort pre-geel hesjesgeval). Zo’n 7 jaar terug had ie dit hotel-restaurant gekocht. De zaken gingen niet goed meer, zei hij. Brazilianen besteedden minder, de kosten liepen op en meer van die ellende. Het hotel-restaurant stond stiekem te koop, vertrouwde hij me toe. De pousada bracht nog wat geld in het laatje dus ik hoefde me niet schuldig te voelen.
Mij viel op dat het een prachtige boulevard was waar zó veel van te maken viel, leek mij. Maar niemand wilde investeren vertelde hij. Zijn hoop was nog een beetje gevestigd op de brug tussen het eiland en Salvador waar al 10 jaar over gesteggeld werd, een soort Noord-Zuidlijn.
Bom Despacho was een rommelig havenplaatsje dat eigenlijk alleen een haventje had.
Ik kocht een kaartje voor de ferry naar Salvador (pakweg €1,75 voor een uur varen) en hobbelde een beetje achter de auto’s aan. Leuk weer, met een bootje naar de stad!
Het was een oude verroeste schuit. Aan boord waren er gelicentieerde verkopers van versnaperingen maar ook van attributen voor mobiele telefoons die hun waar luid schreeuwend als marktkooplui aanprezen. 
Verderop zat een blinde accordeonist tussen het publiek die zelf ook meezong. Een dolle boel. Dat zie ik allemaal niet zo snel gebeuren op de Teso-boot naar Texel!
In Salvador had AM een toeristische route met een funiculaire uitgezet. Het was een Google mapskaart dus ik moest m’n blauwe puntje op het blauwe lijntje zien te houden, af en toe de kaart op mijn telefoon een stukje opschuiven. Het verkeer was lastig waar er wegopbrekingen waren. De automobilisten zitten op hun mobieltje en zijn bovendien geen fietsers gewend. De bussen drukken je gewoonweg van de weg af (maar hebben het niet door, denk ik).
Het was een prachtige route door Salvador! Heb in een uur veel bezienswaardigheden gezien!
Geen rode loper maar het scheelt niet veel. Het fietspad dat rood geschilderd werd.Het laatste stukje was inderdaad klimmen. De laatste peentjes zweette ik onderaan Rua Tupinambás.
Er was maar één flatblok met een Nederlandse vlag met: Paramaribo – Salvador dus echt te zoeken hoefde ik niet
Ik had het volbracht!! Een dikke 4100km door Zuid-Amerika.
’s Avonds zijn we in de buurt met wat vrienden van AM wat gaan eten en drinken.
Het is echt ontzettend goed gegaan. Geen ziekte, ellende, pech of ander onheil meegemaakt. Niets!
Ik ben voldaan, op momenten gelukzalig en ook wel trots dat ik dit gedaan heb. Ik kan er nog niet over uit.. Ik heb vooraf wel eens gedacht: is deze onderneming niet te hoog gegrepen voor me? Overschat ik mezelf niet? Is het niet te gek? Dat is gelukkig niet gebleken.
En hoe heb ik me gevoeld? De eerste weken ‘in awe’, zoals de Amerikanen zeggen. Ik was volledig opgeladen voor deze reis na er zo lang naar uitgekeken te hebben. Verdoofd van de indrukken, omgeving, natuur, en mensen. Pakweg halverwege overviel me kort een dipgevoel. De monotone dorpen, troep, eindeloze wegen, gebrek aan communicatie en dorre landschappen. Zou dit zo blijven? Maar ik werd dagelijks weer blij van de opgewekte, vriendelijke Brazilianen. De handjes omhoog, de ‘hóppa’s’, de toetertjes, zwaaitjes, interesse en het contact. Dat compenseerde de soms eentonige dorpen, stadjes en landschappen.
Ik vond alle reacties op dit blog erg leuk. Bedankt allemaal daarvoor! Als je alleen door Zuid-Amerika ploegt op je fietsje, je beperkt kunt communiceren, dan is deze vorm van aanspraak op prijs gesteld!
Ik heb voorlopig geen plannen voor een volgende grote reis. Deze maar eerst ’s flink herkauwen..